Betreft: aanneming beroep PG Varik-Heesselt
Zwartsluis, 26 september 2020
Aan kerkenraad en gemeente van de Protestantse gemeente Varik-Heesselt,
De officiële papieren van de aanname van het beroep zijn al overhandigd, maar door deze brief wil ik met iets meer woorden uitdrukking geven aan mijn dankbaarheid aan u voor het uitbrengen van het beroep en aan het feit dat ik het door u uitgebrachte beroep van harte aanneem. Ik had bijna geschreven dat wij het beroep hebben aangenomen omdat mijn vrouw, Marjan, en ik samen dit proces intensief hebben doorgemaakt. Het betreft mijn ambt maar wij komen samen en ook mijn vrouw voelt zich zeer betrokken bij de plaatselijke geloofsgemeenschap en zij moet nu ook haar werk in de regio van Zwartsluis beëindigen en werk zoeken in en om de Betuwe.
Wij beiden hebben de contacten met de beroepingscommissie als fijn, open en eerlijk ervaren. Ik kan een aantal zaken noemen die mij hebben aangetrokken om te komen, maar belangrijker is om te zeggen dat ik en wij veel zin hebben om eenvoudigweg te komen en onder u en de bewoners van Varik en Heesselt te zijn. Ikzelf heb geen extravert karakter en moet altijd even wennen en op gang komen, maar ben wel erg geïnteresseerd in wie u bent, wie de specifieke mens is. Ik wil proberen vooral veel te luisteren en de cultuur op te snuiven. In deze tijd lees ik een boek van een Engelse voorganger en theoloog, Samuel Wells, die pleit voor “zijn met ” in plaats van “doen voor.” Dat spreekt mij aan en daar geloof ik in.
In de gesprekken met de beroepingscommissie hebben we natuurlijk gesproken over een heel aantal punten om af te tasten of we bij elkaar passen. Maar daarnaast was het voor ons vooral belangrijk om te proeven hoe de sfeer en de omgang met elkaar is. Op een gegeven moment hebben we naar elkaar toe uitgesproken dat we in vertrouwen met elkaar verder zouden gaan, en dat was voor mij en ons erg belangrijk.
Ik heb er zin in om kennis te maken, u en anderen te ontmoeten en te luisteren. En daarin te verkennen wie Jezus Christus voor ons en allen is. Ik hoop de Bijbel met u te openen, te bidden, en daarin God in ons zijn werk te laten doen.
Toen Marjan en ik het formeel uitbrengen van het beroep verwachtten, spraken we erover of we het beroep direct zouden aannemen, gezien de positieve voorgaande gesprekken, of dat we nog enige tijd zouden nemen. Juist rondom dat gesprek lazen we over Paulus die de Heer Jezus ontmoette op de weg naar Damascus en vervolgens blind werd en enkele dagen verbleef in Damascus. Er staat dat hij in die dagen bad en vastte. Dat bepaalde ons erbij dat het goed zou zijn om enkele dagen te nemen, niet zozeer om nogmaals en opnieuw te gaan overwegen, maar wel om Gods aangezicht te zoeken, om het met een klassieke term te zeggen. Dat betekent dat ik en wij met extra aandacht de Bijbelverzen die we lazen tot ons lieten komen, baden, stil waren en probeerden te luisteren naar wat er opkwam. Eigenlijk was het zoals het de afgelopen maanden is geweest – niet zozeer een “stem uit de hemel” maar Bijbelteksten die ons aanspraken en liederen die vanuit de stilte opkwamen en van belang bleken en ruimte gaven om te gaan uit Zwartsluis en te komen naar Varik en Heesselt. De geschiedenis van Paulus gaat op dit punt verder dat – nadat zijn ogen geopend waren door gebed van Ananias – hij ging verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. Dit is een heel korte samenvatting van het evangelie waaruit ik samen met u hoop te leven.
Dat de aanstelling voor 70% is, geeft mij de noodzakelijke ruimte om te werken aan mijn tweede baan: het onderzoekswerk in het kader van de promotiestudie. Ik ben al een flink eind op weg maar heb nog tijd en ruimte nodig om dit af te ronden. Toen ik aan dit onderzoekswerk begon, heb ik ervaren dat God mij hiervoor permissie gaf, maar Hij zei daarbij dat ik er tijd voor moest vrijmaken. In de twee gemeenten die ik tot nu toe heb gediend, is daar steeds te weinig tijd voor geweest. Nu is eindelijk formeel ruimte gemaakt. Een andere kant van deze zaak is dat het ook echt noodzakelijk wordt dat Marjan voor een deel in het inkomen gaat voorzien. We vertrouwen erop dat dit goed zal komen.
Ten slotte, we leven in een bijzondere tijd. Ook het kerkelijk leven gaat niet zoals altijd en zoals we zouden willen. We moeten afwachten hoe de situatie zal zijn op het moment dat wij naar Varik en Heesselt komen en hoe ik de werkzaamheden kan gaan oppakken. Waarschijnlijk zal er creativiteit van ons allemaal worden gevraagd.
Ik hoop op en bid om (en verwacht ook zeker) een goede samenwerking en een goed samenleven – in vertrouwen.
Met hartelijke groet, ook namens Marjan,
Henrico ter Beek